Frits Schetsken
Antwerpen Quartier Latin
Steek over naar het Mechelseplein met tussen wat groen een beeld.
WILLEM ELSSCHOT
Mechelseplein.
"Maar
doodslaan
deed
hij
niet,
want
tussen
droom
en
daad
staan
wetten
in
de
weg
en
praktische
bezwaren."
Zijn
ervaringen
in
de
reclamewereld
leveren
Willem
Elsschot
de
stof
voor
romans
als
Lijmen
(1924)
en
Het
Been
(1938).
In
1933
verschijnt
de
roman
Kaas,
superieur
werk
dat
de
aanloop
zou
geven
tot
een
nieuwe
creatieve
periode,
die
afsluit
met
Het
Dwaallicht
(1946).Laermans
en
Boorman
zijn
de
bekendste
figuren
uit
zijn
literaire
oeuvre..
Op
31
mei
1960
is
deze
populaire
schrijver
in
zijn
geboortestad
Antwerpen
overleden.
Postuum
wordt
hem
datzelfde
jaar
de
Staatsprijs
ter
bekroning
van een schrijversloopbaan toegekend. Onze beroemde beginzin komt uit Willems gedicht Het Huwelijk.
Dit
beeld
uit
1994
is
van
de
Antwerpenaar
Wilfried
Pas
,
zowat
de
eigentijdse
stadsbeeldhouwer
met
naast
Elsschot
ook
een
bronzen
Paul
Van
Ostaijen
(Pottenbrug),
Koning
Boudewijn
(Voetgangerstunnel Linkeroever) en zo meteen zien we zijn beeld van Gerard Walschap.
Kijk nog even naar de vensters van het gebouw van de Antwerp Management School rechts van Elsschot aan de Boogkeers.
Hier lees je op vier blinde raamnissen het gedicht
Een Minimum
dat
Ramsey
Nasr
heeft geschreven in 2005, het jaar waarin hij stadsdichter van Antwerpen was.
Steek het plein diagonaal over naar de Maarschalk Gérardstraat.
DE STUDIO – Podium voor jong publiek
Maarschalk Gérardstraat 4.
Rond
1780
laat
bankier
Frans
Jozef
van
Ertborn
zijn
eigendom
aan
het
Mechelseplein
verbouwen
tot
een
prachtig
herenhuis.
Tot
enkele
jaren
geleden
huisde
hier
het
Hoger
Instituut
voor
Dramatische
Kunst
Studio
Herman
Teirlinck
.
Heel
wat
Vlaams
talent,
zowel
op
toneel-
en
musicalplanken,
als
in
het
kleinkunst-
en
cabaretgenre
hebben
dit
gebouw
van
binnen
leren
kennen.
Wat
'namedropping':
Els De Schepper, Kurt Van Eeghem, Stef Bos, ....
Nu
is
Villanella
eigenaar
en
worden
hier
kinder-
en
jeugdvoorstellingen
gegeven.
Daarnaast
krijgt
jong
talent
tussen
20
en
30
jaar
kansen
via
workshops
en
coaching.
Er
zijn
ook
filmvoorstellingen
van
De Cinema.
Aan het eind van de
Maarschalk
Gérar
d
straat wacht ons
GERARD WALSCHAP
Maarschalk Gérardstraat.
Walschap
woont
tot
zijn
dood
in
de
Lemméstraat
in
het
zogeheten
Leikwartier.
Zijn
overbuurman
is
Willem
Elsschot,
maar
beiden
hebben
blijkbaar
nauwelijks
of
nooit
contact
met
elkaar
gehad.
Ook
hier
staan beide grote schrijvers in elkaars nabijheid, doch niet op dialoogafstand. Terwijl Willem voldaan de krant zit te lezen, is
Gerard
Walschap
verdiept in een van zijn boeken.
Dat
ook
Walschap
door
Wilfried
Pas
in
brons
werd
gegoten,
is
eveneens
passend:
hij
en
Walschap
zijn
in
Londerzeel
geboren
en
inmiddels
ereburger
van
dat
Vlaams-Brabantse
dorp
tegen
de
grens
van
de provincie Antwerpen.
Terugkeren naar het Mechelse Plein en daar de poort van het Sint-Elisabethziekenhuis door.
BOTANIC SANCTUARY ANTWERP
Lange Gasthuisstraat 45.
Vandaag huist hier een vijfsterren hotel, maar boven de ingang lees je ook Gasthuis St. Elisabeth, een middeleeuw ziekenhuis dat hier eeuwenlang heeft gefunctioneerd en dus een flinke geschiedenis
heeft verzameld.
Begonnen als een boerderij van het Mariagasthuis wordt hier door de zusters augustinessen vanaf de 13de eeuw een hospitaal uitgebouwd, met naast hun klooster een ziekenzaal en uiteraard ook een
kapel. Vandaag staat hier enerzijds een moderner ziekenhuis, waar vooral de revalidatie van patiënten een belangrijk onderdeel van de zorgvoorziening vormt, terwijl anderzijds het middeleeuwse
gedeelte is omgebouwd tot een wat verborgen gelegen hotel in het kloostergedeelte en seminariezalen in het vroegere gasthuis.
Stap door de ingangspoort en je ziet op een grasperkje ‘De kreupele en de blinde’.
Twee spookachtige beelden van Albert Szukalski. Deze uitgeholde polyester gestalten stellen verstarde mensen voor, niet in staat tot een echt gesprek, enkel tot holle frazen. Blind en moeizaam
bewegend staan ze voor het gebrek aan communicatie in onze samenleving.
Tegenover deze ‘spoken’ zie je ook een beeld dat aan onze eigen tijd refereert: ‘Man In Space’.
De veel kleinere versie van Antwerpenaar Paul Van Hoeydonck ligt als ‘Fallen astronaut’ op de maan. Maar zo was het beeld eigenlijk niet bedoeld, Van Hoeydonck wilde verwijzen naar het hele
mensdom en het streven de ruimte te veroveren, vandaar ‘Man In Space’. Maar de astronauten David Scott en James Irwin hebben in 1971 het 8,5 cm kleine beeldje neergelegd op het maanoppervlak
als aandenken aan alle toen reeds overleden astronauten en zo werd het dus ‘Fallen astronaut’.
Recent heeft Van Hoeydonck nog 1971 exemplaren gemaakt, waarvan zes grote, waarvan je er dankzij Patrick Declerck van WM Gallery in de Antwerpse Wolstraat hier één ziet staan.
Enkele stappen verder passeer je de
ONZE-LIEVE-VROUWEKAPEL
De diensten in deze 15de-eeuwse kapel konden zowel door de nonnen van het klooster als door de patiënten in de ziekenzaal worden bijgewoond. In het schip van de kapel namen de zusters plaats,
maar het altaar kon ook vanuit de grote ziekenzaal worden gezien, zodat wie daar verpleegd werd vanuit bed ook de mis kon bijwonen. In die oude ziekenzaal heeft lange tijd ‘De Zeven Hoofdzonden’
van Jacob Jordaens gehangen.
Wanneer het poortje open is kan je naar de oude kloostertuin, vandaag terras voor hotelgasten en daarom niet steeds toegankelijk.
KLOOSTERTUIN
Rond deze tuin ligt het oude klooster met links de oude kloosterpanden rond een niet zichtbare binnentuin, wat verderop tegenover je de keuken met Delftsblauwe tegels en de 17de-eeuwse pastorie
met trapgevels, waar de pastoor van het gasthuis woonde.
Een beetje ‘opgehokt’ in een serre staat tegen een zijmuur nog een Madonna met Kind, waarbij een slang het onderspit moet delven onder de maansikkel.
Voor de zijgevel van de kapel staat de Antwerpse auteur Maurice Gilliams. Tussen eind 1938 en medio 1943 wordt hij zes keer voor langere tijd in het Stuivenberggasthuis opgenomen, waar hij
verpleegster Maria de Raeymaeckers ontmoet, die in 1976 zijn tweede vrouw wordt. Ze heeft dus geduld moeten hebben! Wanneer zijzelf dan in 1982 wegens een ziekte in dit Elisabethgasthuis wordt
opgenomen, krijgt Maurice tijdens een bezoek aan haar op 18 oktober een hartaanval en overlijdt ter plaatse. Daarom staat hier dit beeld van Rik Poot als eerbetoon.
Ga terug naar de ingang, maar blijf nog even op het terrain, waar je links een rond waterbassin ziet met daarin een vier-en-een-halve-meter hoog beeld:
AMMOLITE
Dit is een werk van Kevin Oyen uit Bilzen, die zich liet inspireren door de organische edelsteen ammonite. Pas in 1981 als edelsteen erkent, wordt ammoniet gevormd uit de schelpen van een zo’n 65
miljoen jaar geleden uitgestorven inktvis. Oyens werk staat hier sinds 14 maart 2022 op initiatief van de Granada Gallery nabij dit hotel, die zich specialiseert in oude
gesteenten e dinosaurusbotten.
Je hebt nu de keuze: de binnenweg langs het hotel verder uitlopen en onze route vervolgen in de Botaniek, waar je net voor de Leopoldstraat links een toegang
vindt. ( klik hier). Ofwel de wat ruimere route nemen, waarbij je terugkeert naar het Mechelseplein en daar aansluit bij de routetekst.
MECHELSEPLEIN
Dit was ooit een kerkhof van de nabije Sint-Joriskerk, dat eind 18de eeuw ontruimd is en waar het er nu op zonovergoten dagen eerder levendig aan toe gaat op de terrassen
met jong volk van de Sint-Lutgardisschool en op milde avonden hun ouders. Hoewel het oorspronkelijk Sint-Jorisplein heette, wordt de naam Mechelseplein reeds in 1439
gebruikt. Hier vertrokken namelijk de diligences en bodediensten naar Mechelen en verder oostwaarts het Brabantse binnenland in. Paarden werden hier gestald, goederen
opgeslagen en reizigers wachtten hun vertrek af in de herbergen rondom. Daaraan herinnert:
IN DEN BOER VAN TIENEN – Mechelseplein 6.
Het op één na oudste café van Antwerpen, hier sinds 1883 gevestigd in een hoekpand uit de overgang van de 17de naar de 18de eeuw. Het heeft ruim honderd jaar moeten wachten om als monument
erkend te worden, in 1986. Maar voor echte Antwerpenaars was het dat al véél langer. De bruine gelagzaal is geen stapje-op, maar stapje-af, net onder straatniveau. De veranda ervoor noemen
habitués de viskom. Wees gewaarschuwd, u wordt ’s avonds snel opgenomen in de kring van Boerklanten – de stamgasten – maar daar hoort een stevige scheut Antwerpse
arrogantie bij en de serveersters staan bekend als de brutaalste van ’t Stad en houden dat met verve in ere. Als de cafébaas vindt dat het sluitingsuur is aangebroken, wordt u
zonder pardon buitengezet. Dan kan je nog altijd terecht bij de andere cafés, schuin aan de overzijde, zoals:
PALLIETER
Mechelseplein 17.
Zeg
maar
Pallieterke,
’s
avonds
verzamelplek
van
theaterlui
en
hun
incrowd.
Maar
de
naam
heeft
niet
met
toneelspelers
te
maken,
maar
met
een
schrijver:
Felix
Timmermans,
nota
bene
Lierenaar.
Kort
voor
de
Eerste
Wereldoorlog
schrijft
hij
een
roman
over
een
levenslustige
kerel,
die
wars
van
alle
conventies
zijn
eigen
leventje
leidt
in
een
huisje
net
buiten
het
Lierse
begijnhof.
Huishoudster
Charlot
is
zijn
tegenbeeld,
ze
gaat
trouw
naar
de
mis
en
loopt
mee
in
processies.
Haar
petekind
Marieke
wordt
verliefd op Pallieter en trouwt met hem. Op het eind trekken ze gedrieën de wijde wereld in als de moderne tijd te dichtbij komt.
In
1916
verschijnt
de
eerste
druk
van
Pallieter
in
het
neutrale
Nederland
en
het
boek
wordt
Timmermans’
bestseller.
De
door
Felix
zelf
verzonnen
naam
Pallieter
wordt
snel
een
begrip
voor
genieten
van
het
volle
leven
en
daardoor
vind
je
op
heel
wat
plaatsen
in
Vlaanderen
cafés
met
die
naam.
Sinds
kort
is
het
woord
opgenomen
in
de
Van
Dale
en dus voortaan correct Nederlands.
Ga vanaf In Den Boer van Tienen rechtsaf over het Mechelseplein richting kerk. Je passeert aan je rechterzijde de patrijspoort van
HET WAFELIJZER
Mechelseplein 18.
Niet
de
officiële
naam
van
dit
door
Walter
Van
den
Broeck
in
1937
voor
dokter
Jozef
Tackx
ontworpen
huis.
Maar
de
negen
horizontale
rijen
van
elk
zeven
vierkante
ramen
hebben
tot
deze
bijnaam
geleid. Daarachter gaan drie verdiepingen schuil. Een voorbeeld van
Modernisme
,
zoals deze bouwstijl heet.
Even verderop sta je voor de
SINT-JORISKERK
Mechelseplein 22.
Hij ziet er behoorlijk middeleeuws uit. Maar deze Sint-Joriskerk dateert van halverwege de 19de eeuw en is dus nieuwe middeleeuwse stijl, ofwel
neogotiek
.
Zijn de deuren open, stap dan zeker naar binnen in een druk en kleurrijk interieur vol muurschilderingen, bevolkt met beelden en geborduurde processie vaandels.
Aan
de
buitenkant
zie
je
al
heel
wat
beelden.
In
de
punt
boven
de
middenboog
zit
Christus
Salvator
(redder
van
de
mensheid)
tussen
zijn
ouders
Maria
en
Jozef.
Op
meer
menselijk
niveau
flankeren
de
twaalf
apostelen
de
deuren.
Van
links
naar
rechts
zie
je
Judas,
Matheüs,
Thomas,
Johannes
(met
kelk),
Jacobus
de
Meerdere
(met
pelgrimsstaf),
Petrus,
Paulus
(met
zwaard),
Andreas
(met
X-kruis),
Filippus, Bartolomeus, Jacobus de Mindere en Simon. Recent hebben ze een remake gekregen, hier en daar zijn stukjes van hun gelaat en kledij vervangen.
Weer buiten ga je naar rechts de Sint-Jorispoort in en aan de rechterzijde blijven.
DROGISTERIJ IN ’T ZONNEKE
Sint-Jorispoort 14.
Aan
deze
gevel
herinnert
een
koperen
plaat
aan
architect
Jan
Blom
,
bekend
als
de
redder
van
de
Antwerpse
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal.
Tijdens
het
Franse
bewind
krijgt
Blom
op
5
december
1798
de
opdracht
om
de
kathedraal
op
te
meten.
De
revolutionaire
Fransen
hebben
het
niet
zo
voor
adel
en
godsdienst,
dus
zo’n
kerk
kan
beter
verkocht
worden
als
aangeslagen
goed.
Zo’n
stapel
natuurstenen
zal
zeker
wat
opbrengen.
Blom
is
al
van
voor
1794,
het
jaar
dat
die
Fransen
hier
de
Oostenrijkse
Nederlanden
annexeren,
als
‘architecte
en
chef’
(hoofdarchitect)
in
dienst
van
het
stadsbestuur,
dus
hij
mag
de
klus
klaren.
Dat
doet
Jan
op
zijn
manier,
met
tal
van
vertragingsmanoeuvres
waardoor
de
sloop
wordt
uitgesteld.
Uiteindelijk
wordt
onder
Napoleon
Bonaparte
van
afbraak
afgezien.
Wat verder langs dezelfde straatkant kom je aan een prachtige gevel.
JUWELEN RUYS
Sint-Jorispoort 26.
Een
juweel
van
een
art-nouveauhuis,
in
1902
ontworpen
door
Ferdinand
Truyman
voor
Albert
Ruys-Ramboux.
Die
familie
zit
nu
vijf
generaties
ofwel
zo’n
178
jaar
in
de
glitter
en
sier.
Jacques
Ruys
begint
na
een
opleiding
aan
de
Antwerpse
academie
in
1839
thuis
met
een
atelier
en
opent
in
1854
samen
met
zijn
vrouw
deze
juwelenwinkel,
dan
nog
een
stuk
kleiner
dan
vandaag.
Zoon
Albert
trouwt
in
1885
met
Joséphine
Ramboux,
dochter
uit
een
andere
Antwerpse
juwelenfamilie.
Zij
breiden
de
familiezaak
uit
tot
de
parel
die
hij
vandaag
is.
Het
interieur
is
nog
steeds
intact
met
de
originele
vitrinekasten en mozaïekvloer. Alleen het plafond is aangepast, want daar hing aanvankelijk gasverlichting.
Een
succesontwerp
van
stichter
Jacques
is
de
zilveren
doopschelp
waarmee
kinderen
nog
steeds
gedoopt
worden
in
de
kathedraal.
Raymond,
zoon
van
Albert
en
Joséphine,
excelleerde
in
art
deco
juwelen en zilverwerk. Vandaag maakt zijn kleinzoon Jean hier de dienst uit.
Weer iets verderop:
SNOEPWINKEL
Sint-Jorispoort 30.
Nee, snoepjes ga je hier niet langer zien, nu zijn het bloemen. Maar oorspronkelijk was dit dus een lekkernijshop met een al even aantrekkelijke winkelpui.
Wandel door tot je op de Leopoldplaats staat.
Eind
19de
eeuw
puilt
Antwerpen
uit
van
het
volk
en
is
er
dringend
meer
'stad'
nodig
om
iedereen
te
kunnen
huisvesten.
Maar
de
Spaanse
wallen
beletten
elke
uitbreiding
en
het
duurt
tot
8
september
1864
voordat
Antwerpen
die
gordel
kan
over
kopen
van
de
Belgische
staat.
Maar
dan
vlot
het
ook
snel
met
de
afbraak,
te
beginnen
bij
de
Sint-
Jorispoort,
de
stadspoort
waardoor
altijd
de
belangrijke
gasten
de
stad
hebben
betreden,
van
Karel
V
tot
Napoleon
Bonaparte.
Al
in
1868
kunnen
de
eerste
rijen
bomen
worden aangeplant op nieuw aangelegde boulevards, die hier de ‘leien’ heten..
RUITERSTANDBEELD LEOPOLD I
Leopoldplaats.
Midden
op
de
Leopoldplaats
keert
de
eerste
Belgische
vorst
onze
Nationale
Bank
de
rug
toe.
Aanvankelijk
waren
we
kwaad
op
hem,
hij
treuzelde
lang
om
de
oude
vestingwallen
vrij
te
geven
voor
afbraak
en
de
stad
had
ruimte
nodig.
Pas
nadat
dit
geschil
was
opgelost,
mocht
zijn
ruiterbeeld
de
stad
in,
het
heeft
enkele
jaren
buiten
de
Antwerpse
wallen
moeten
vertoeven.
Jozef
Geefs
,
een
telg
uit een beroemd Antwerpse beeldhouwergeslacht, kreeg Leopold op zijn paard. Daarvoor werd een ros uit een Antwerpse stoeterij als model genomen.
Keer je even om en kijk naar dat torentje schuin links.
ACKERMANS & VAN HAAREN
Begijnenvest 113.
Dit
hoekpand
met
zijn
mooie
toren
is
in
1883
gebouwd
door
architect
Edmond
Leclef
,
die
er
zelf
is
gaan
wonen.
Zoals
veel
fraaie
woonhuizen
in
die
dagen
is
het
in
de
stijl
die
we
neo-
Vlaamse
Renaissance
noemen.
Edmond
overlijdt
in
1902
en
na
een
aantal
nieuwe
eigenaars
vestigt
de
N.V.
Ackermans
&
van
Haaren
zich
hier
in
1928.
Nicolaas
van
Haaren
en
Hendrik
Willem
Ackermans
zijn
twee
Antwerpse
zakenlui
die
in
1876
gaan
samenwerken
voor
bouwprojecten.
Vanaf
1888
bouwen
zij
forten
langs
de
Maas
in
Wallonië,
die
bij
de
Eerste
Wereldoorlog
toch
minder
lang
dan
verhoopt
standhouden.
Maar
intussen
hebben
Hendrik
en
Nicolaas
in
1903
al
een
eerste
internationaal
project
gerealiseerd,
baggerwerken
in
het
Argentijnse
Rosario
voor
de
havenuitbreiding
van
Bahia
Bianca.
Nicolaas
overlijdt
het
jaar
daarop en zal de oprichting van de naamloze vennootschap in 1924 dus niet meer meemaken.
Vandaag
is
Ackermans
&
van
Haaren
sinds
1984
een
beurgenoteerde
holding,
waarin
het
bouwbedrijf
nog
steeds
een
grote
rol
speelt
via
CFE
met
Dredging
als
internationale
baggeraar
en
twee
financiële instellingen, de Bank van Breda voor ondernemers in het oude gebouw van het vroegere goederenstation Antwerpen-Zuid en de Bank Delen ten dienste van de rijkere belegger.
Nu
gaan
we
weer
vooruit
kijken,
naar
dat
enorme
gebouw
aan
de
overzijde
van
de
Leopoldplaats.
Bekijk
het
met
onze
beschrijving
erbij
en
wandel
via
de
Bourlastraat
recht
voor
je
naar
de
Frankrijklei.
NATIONALE BANK
VAN BELGIË
- FILIAAL ANTWERPEN
Leopoldplaats 8.
Architect
Hendrik
Beyaert
ontwerpt
in
1872
dit
gebouw
voor
onze
Nationale
Bank.
De
gevels
aan
de
Bourlastraat
en
Mechelsesteenweg
zijn
naar
het
stadshart
gericht
en
bezitten
meer
het
uitzicht
van een kantoorgebouw met op hun raakpunt aan de Leopoldplaats een imposante hoofdingang.
Aan
de
zijde
van
de
Frankrijklei
–
destijds
nog
Kunstlaan
geheten
–
zorgt
Beyaert
voor
gevels
die
passen
bij
de
aan
deze
boulevard
op
de
voormalige
vesten
geplande
huizen
van
de
gegoede
burgerij.
Via
twee
lagere
poorten,
lijkend
op
koetspoorten
van
een
deftig
herenhuis,
wordt
de
binnenplaats
bereikt.
Twee
kasteeltorens
op
de
hoeken
van
de
Frankrijklei
met
enerzijds
de
Bourlastraat
en
de
Antwerpse
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal
heeft
gewerkt.
Jules
Pecher
zorgt
voor
het
beeld
van
de
Vrede,
dat
centraal
de
eerste
verdieping
siert
van
de
directeurswoning
aan
de
Frankrijklei.
Twee
figuren
die
de
Handel
en
de
Industrie
voorstellen
op
dezelfde
gevel
zijn
van
Jacques
de
Braekeleer
,
Jan
Baptist
De
Boeck
en
Jan
Baptist
Van
Wint
zijn
verantwoordelijk
voor
de
allegorieën
van
In
1542
blijkt
dat
de
Antwerpse
stadswallen
nauwelijks
voldoende
stevig
zijn
om
een
aanval
te
kunnen
weerstaan
van
de
Gelderse
krijgsheer
Maarten
van
Rossum
,
hier
bekend
als
Swerten
Merten
omdat
hij
in
de
wijde
omgeving
veel
grote
verblijven
platbrandt.
Keizer
Karel
V
neemt
de
Italiaanse
vestingbouwer
Donato
de
Boni
in
de
arm
om
een
nieuwe
omwalling
te
ontwerpen
volgens
het