Lastig begin, want over zijn persoonlijkheid, noch over zijn vroege levensloop is veel geweten van de Italiaanse architect en vestingbouwer Donato de Boni.di Pellizuoli . Hij is geboren in Bergamo en
heeft zijn opleiding gekregen van Michele Sanmicheli, een architect uit Verona, die naast kerken en paleizen ook vestingen ontworpen heeft in dienst van de Republiek Venetië. Vooral vestingen in de
overzeese gebieden Dalmatië en op de eilanden Kreta en Korfoe van die toen sterke handelsrepubliek.
Later komt Donato in het vizier van keizer Karel V, die zijn Habsburgse Rijk wil beveiligen tegen aanvallen van vijanden. Dat zijn voor hem de Franse koning en de hertogen van Gelre. Die Gelderse
hertogen willen hun gebied verdedigen tegen de al zeer lang bestaande uitbreidingsdrang naar het noorden van de Bourgondische en Habsburgse vorsten, waarbij ze al heel wat graafschappen en
hertogdommen in de Lage Landen aan hun bezittingen hebben toegevoegd.
Wanneer hertog Willem van Gelre met Denemarken en Frankrijk een verbond aangaat om samen de Habsburgse bezittingen in een soort tangbeweging van twee kanten aan te vallen, is het uiteindelijk
vooral de veldheer van de hertog die in actie komt. Deze Maarten van Rossum waagt rond 1542 zelfs een raid op Antwerpen, waarbij die stad er maar ternauwernood in slaagt hem af te slaan. Dat doet
Karel V besluiten om juist die stad van een nieuwe en betere omwalling te voorzien, die bekend zal komen te staan als de Spaanse Omwalling.
Antwerpse stadswallen
Donato de Boni maakt in 1542 een ontwerp voor die nieuwe Antwerpse omwalling, waarbij de middeleeuwse stadswallen worden vervangen door een vijf kilometer lange en tien meter hoge vestingwal.
Die bestaat uit acht fronten (muurlengten) met negen vijfhoekige bastions (uit de wal stekende punten met geschut) en een stadsgracht met vier monumentale poorten, die via gebogen bruggen met het
buitengebied aan de andere kant van de gracht worden verbonden.
In 1542 start dit grootse project met de bouw van de Keizerspoort (aan de weg naar Mechelen en uiteraard naar keizer Karel V genoemd) en het bijbehorend bastion, de Kipdorppoort en –bastion en de
zuidelijke stadsmuur. Dankzij opgravingen weten we dat voor deze gedeelten nieuwe en op maat gekapte façadestenen zijn gebruikt, die met veel zorg gemetseld zijn.
Maar het Antwerpse stadsbestuur zit krap bij kas en gaat daarom gretig in op het aanbod van projectontwikkelaar Gilbert van Schoonbeke om de verdere omwalling met resterende poorten tegen een
voordelige prijs uit te voeren. En dar gebeurt dan van 1551 tot 1553, bijzonder snel, maar ook met minder kwalitatief materiaal zoals kleinere stenen en recuperatiesteen en met slordiger metselwerk.
Maar niettemin was die Antwerpse omwalling het paradepaardje in heel Europa, een meesterwerk van vestingbouw waar buitenlanders naar kwamen kijken en waarover in de betere kringen gesproken
werd.
Naamse bastions
Met zo’n visitekaartje krijgt De Boni snel andere opdrachten. Zo mag hij vanaf 1542 ook zijn ideeën inbrengen bij de aanleg van kazematten en bastions bij wat pas sinds begin 17de eeuw de ‘citadel’
van Namen zal worden genoemd. De versterkingen van Donato komen voor de middeleeuwse wallen van het kasteel te liggen en de aanleg zal tot 1559 duren. Later wordt dit gedeelte Médiane
genoemd.
Mariembourg
In 1546 is het landvoogdes Maria van Hongarije, zus van Karel V, die aan Donato de Boni de opdracht geeft voor het ontwerpen van een complete versterkte stad Mariembourg op een plek in de huidige
provincie Namen waar de riviertjes Eau Blanche en Brouffe samenkomen, maar waar verder nog geen nederzetting was. Volop ruimte dus voor een vesting met vier bastions en geheel omgeven door
grachten, om Franse invallers tegen te houden. Daarvoor werkt Donato samen met de Waalse beeldhouwer-architect Jacques Du Brœck.
Mariembourg wordt dan ook als onneembaar beschouwd, maar dat blijkt een misrekening als 1554 de Franse koning Henri II er na een beleg van slechts vier dagen in slaagt de vesting in te nemen.
Blijkbaar waren beloofde versterkingen van Habsburgse zijde niet gearriveerd, zodat er een tekort aan verdedigers is. Karel V geeft daarna opdracht voor de aanleg van een nieuwe vesting, genoemd
naar zijn zoon en opvolger Filips II, dus Philippeville.
Intussen zal Mariembourg nog enkele keren van regime wisselen. Vier jaar na de inname verhuist de vesting bij een vrede in 1559 weer naar de Nederlanden, om na een verwoestende brand in 1655
vier jaar later terug een Franse enclave te worden. In 1674 worden de oude muren gesloopt en de Franse vestingbouwer Vauban moderniseert de versterking. Maar als Napoleon Bonaparte bij Waterloo
ten onder gaat, komt Marienbourg in 1815 bij het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden van Willem I, om vijftien jaar later definitief Belgisch te worden.
Tussen 1853 en 1855 wordt de vesting Marienbourg ontmanteld, zodat je vandaag enkel nog in het stratenpatroon iets van de versterking herkent. Het stadje dankt nu zijn bekendheid aan een reeks
oude stoomlokomotieven, waarmee toeristische ritten naar nabije plaatsen worden uitgevoerd.
Fort Rammekens
Niet enkel heeft landvoogdes Maria van Hongarije aandacht voor aanvallen vanuit Frankrijk, ook de verbinding van Antwerpen met de Noordzee is van belang. Om de toegang tot de Schelde te
verzekeren wordt in 1547 in Ritthem nabij Vlissingen een zeefort gebouwd, opnieuw ontworpen door De Boni. Dat fort Rammekens moet ook de toegang tot de haven van Middelburg vrijwaren. Donato
werkt hier samen met de Antwerpenaar Peter Fransz.
De Boni is in die periode ook artilleriemeester – zeg maar adviseur over opstellingen – van Middelburg, waar hij terreinen voor vestingwerken opmeet en in 1548 een geschutsopstelling tussen de
toenmalige Zuiddam en de Segeersstraatpoort ontwerpt.
Fort Rammekens is gebouwd in ruitvorm met een naar de Westerschelde gericht bastion. Aan de landzijde ligt een gracht ter beveiliging, aan de andere kant is het de zee zelf die de toegang blokkeert.
Sinds 1960 maakt fort Rammekens deel uit van een natuurgebied dat beheerd wordt door het Nederlandse Staatsbosbeheer. Het te bezoeken fort is vandaag het oudste nog bestaande zeefort van
West-Europa.
Ongeveer in dezelfde periode als fort Rammekens is Donato ook bezig met het Keizersbolwerk aan de Vlissingse haven. Die naar keizer Karel V genoemde versterking bestaat uit een rondeel en had
vroeger een stadspoort, waardoor iedereen die per schip aankwam Vlissingen binnen moest komen. Het bolwerk is in 1811 nog versterkt in opdracht van Napoleon Bonaparte, die van Antwerpen een
oorlogshaven wilde maken. Vandaag is een deel van het bouwwerk aan de Boulevard De Ruyter in gebruik bij het Nederlandse en Vlaamse Loodswezen.
Maastrichtse kazematten
Het jaar 1551 brengt De Boni naar Maastricht, waar hij ontwerpen maakt voor kazematten in de rondelen uit 1515 van de stadswallen. Hij wordt bijgestaan door de uit Milaan afkomstige Giovanni Maria
Olgiati en de Utrechtenaar Sebastiaan van Noyen. Die zal in 1554 de vesting Philippeville ontwerpen ter vervanging van het verloren Marienbourg. Karel V geeft daartoe nog de opdracht, maar noemt
de vesting al naar zijn zoon en opvolger Filips II.. Sebastiaan de Noyen ontwerpt ook in 1554 de vestingwerken in een nieuw Hesdin nabij Pas-de-Calais, dan nog tot de Spaanse Nederlanden behorend.
gerealiseerd.
Karel V heeft een jaar eerder de 6 km verderop gelegen oude stad Hesdin en zijn kasteel met de grond gelijk laten maken, thans bekend als Vieille-Hesdin. Karels grootmoeder Margaretha van
Oostenrijk was daar in het kasteel als driejarige overgedragen aan de Fransen om te huwen met de 13-jarige Franse kroonprins, maar dat zou anders uitpakken. Als haar vader Maximiliaan bij volmacht
huwt met Anna van Bretagne wordt er ingegrepen door het Franse hof. Dauphin Charles dwingt Anna om met hem te trouwen en Margaretha wordt twee jaar later naar huis gestuurd.
Fort Charlemont
In 1555 is Donato betrokken bij de aanleg van het fort Charlemont op een rotsuitloper boven het stadje Givet aan de Maas, op dat moment nog tot de Spaanse Nederlanden behorend en door Karel V
bedoelt als waakpost tegen Franse aanvallen. Opnieuw een samenwerking van De Boni met Jacques Du Brœck. Jasper van Noyen, de zoon van Sebastiaan van Noyen, zorgt in 1563-’64 nog voor
uitbreiding van deze Karelsberg, maar toch weet Lodewijk XIV in 1678 dit fort te veroveren. Zijn vestingbouwer Vauban mag het daarna versterken en Givet zal voortaan in Frankrijk liggen.