Sprongen door mijn levensloop
1946, 14 oktober, de Tweede Wereldoorlog zindert nog na bij mijn geboorte, maar het leven in de stad van de ‘grote gloeilampenfabriek in het zuiden des lands’ trekt zich alweer nijver op gang.
Eindhoven wordt meegezogen in de onweerstaanbare stroom van de Vooruitgang, waartegen weinig historisch stadsbeeld bestand blijkt. ‘Oud’ past niet in het discours van Eindhovense stadsplanners
anno de jaren 1950 en 1960, oud is hier duidelijk ‘out’.
Journalistiek studeren in Utrecht wordt ook de eye-opener voor wat een verleden kan betekenen voor een stad, wanneer historie naadloos wordt
ingepast in een eigentijdse omgeving. ‘Oud’ is in Utrecht een eerbiedwaardige term voor een patrimonium dat met zorg gekoesterd wordt. Wanneer
toeval de weg plaveit van Utrecht naar Brussel, begint mijn verkenning van België met het RITCS als uitvalsbasis. Ik ontdek een land waar je ’s
morgens kan aanspoelen op het strand van Oostende, ’s middags kan lunchen in de hoofdstad van Europa en ’s avond van die ervaringen kan
bekomen langs een klaterend beekje in Ardense bossen – bijna te mooi om waar te zijn.
Langs plekken ‘vaut le détour’ toch nog toegekomen aan schrijven. Voor glossy tijdschriften van anderen, voor het eigen brouwseltje dat als “Bugatti”
(1980-’84) zijn weg vindt naar een kleine schare van liefhebbers van kunstig woord en beeld, deels via de plaats waar alles in België samenkomt: het
café.
Vandaag speel ik hier spoortrekker voor wie met mij wat brokjes Antwerpen wil verkennen.
We focussen op kunst, waar die door ons blikveld dartelt. Stap een verhaal binnen uit een zich stilaan uitbreidend repertoire.
Poëzie proeven
Schrijven zit er, zoals je hierboven las, van jongs af aan in. Ook de zijweg van het gedicht bewandel ik af en toe. Op deze biografische pagina’s geef ik
je enkele voorbeelden daarvan en meteen een soort overzicht in een aantal poëziestromingen en poëtische initiatieven.