De fotograaf is een verslaggever,
een detective in het landschap,
een speurder naar lichtvelden
tussen twee eeuwenoude bomen in.
En zie:
hij kiest er acht uit een rij
die eindeloos is.
Hoe het landschap een wilg wordt
die treurt en zilver de armen spreidt
over de spierwitte graven van soldaten.
Acht, om en bij de achttien, onze jongens,
die elk een moeder en een lief hadden
die nooit antwoord kregen op hun brieven
Die nu gebeiteld staan in het witste licht:
het verblindend licht, het zinderend licht,
het uitdovend licht, het machtig licht,
- het licht dat nog even acht jongensharten oplicht.
Hun licht ging uit voor u en mij
voor eeuwig geflitst vanwege
te zwak bevonden en ach
veel te jong voor wat en wie dan ook.
Nog even flitsen namen
en jaartallen aan en dan:
- voor eeuwig uit.