  Het Stille Pand (2006-2021)   Het Stille Pand (2006-2022)   Het Stille Pand (2006-2023)   Het Stille Pand (2006-2023)   Het Stille Pand (2006-2021)   Het Stille Pand (2006-2022)   Het Stille Pand (2006-2024)
Roger Nupie sharon olds
° 1942. Amerikaanse dichteres, feministe en universitair hoogleraar creative writing aan New York University. New York State Poet Laureate van 1998 tot 2000. Won tal van literaire prijzen. Haar bundel Stag’s Leap werd bekroond met de T.S. Eliot Prijs (2012) en de Pulitzerprijs (2013). In 2015 werd zij verkozen tot lid van de American Academy of Arts and Letters. Haar recentste bundel, Odes, verscheen in 2016. Olds' werk wordt gerekend tot de Amerikaanse traditie van bekentenispoëzie (Anne Sexton, Sylvia Plath, Robert Lowell). Haar werk toont wat de centrale vaderthematiek en vrije versvorm aangaat verwantschap met de poëzie van Adrienne Rich. De poëtische vernieuwing in Olds' werk: het spel van waarheid en verdichting, haar unieke gebruik van beeldspraak en de ongekende lichamelijkheid. Belangrijke thema's in haar werk zijn religie (inclusief spiritualiteit), het lichaam, de positie van de vrouw, moederschap, de natuur, de vader-dochterrelatie en (interpersoonlijk en politiek) geweld. Ze was betrokken bij outreach writing workshops in ziekenhuizen voor fysiek gehandicapten en veteranen van de oorlogen in Irak en Afghanistan. Roger Nupie vertaalde gedichten van Sharon Olds uit de bundel Your Family, Your Body. Een bundel met werk van drie dichteressen: Malika Booker, Sharon Olds & Warsan Shire (Penguin Modern Poets 3, 2017, Penguin Books).
THE SISTERS OF SEXUAL TREASURE DE ZUSTERS VAN DE SEKSUELE SCHAT Zodra mijn zus en ik het huis van onze moeder verlieten, was alles wat we wilden doen neuken, haar kleine mussenlijf uitwissen en haar smalle sprinkhaanbenen. De lichamen van de mannen waren net als dat van onze vader! De massieve kniebogen, flanken, dijen, mannelijke structuur van de heupen, knieën, kuiten - we konden het allemaal hebben, de steile verboden billen, achterkant van de knieën, de pik in onze mond, o de pik in onze mond. Zoals ontdekkingsreizigers die een verloren stad ontdekken, werden we gek van vreugde, ontkleedden de mannen langzaam en voorzichtig, alsof we begraven artefacten blootlegden die onze theorie van de verloren cultuur bewezen: dat als Moeder zei dat het er niet was, het er was.
ON THE SUBWAY IN DE METRO De jongeman en ik tegenover elkaar. Zijn voeten zijn enorm, in zwarte sneakers, geregen met wit in een complex patroon als een verzameling van opzettelijke littekens. Wij zitten klem op tegenoverliggende kanten van de wagon, een paar moleculen klem in een staaf vol energie die snel beweegt doorheen de duisternis. Hij heeft, of mijn witte oog verbeeldt het zich, de achteloze koude blik van een overvaller, alert onder neergeslagen oogleden. Hij draagt rood, zoals de binnenkant van het lichaam blootgesteld. Ik draag oud bont, de hele vacht van een dier opgeofferd en gebruikt. Ik kijk naar zijn onbekend gezicht, hij kijkt naar mijn grootmoeders jas, en ik weet niet of hij me in z’n macht heeft - hij kon zo makkelijk mijn jas nemen, mijn aktetas, mijn leven - of als ik hem in mijn macht heb, de manier waarop ik van zijn leven leef, de biefstuk etend die hij wellicht niet eet, alsof ik het voedsel uit zijn mond neem. En hij is zwart en ik ben wit, en zonder betekenis of poging moet ik profiteren van onze geschiedenis, de manier waarop hij de moorddadige ribben van het hart van de natie absorbeert, zoals zwart katoen de hitte van de zon absorbeert en vasthoudt. Er is geen manier om te weten hoe makkelijk deze witte huid mijn leven maakt, dit leven dat hij zo gemakkelijk zou kunnen breken, zoals ik denk dat zijn eigen rug gebroken is, de staaf van zijn ziel die bij de geboorte donker was en vloeiend, rijk als het hart van een zaailing klaar om door te stoten bij elk beschikbaar licht.
POEM OF THANKS DANKGEDICHT Jaren later, al lang single, wil ik me richten tot zijn overleden rug, en zeggen, Wat een geschenk waren we voor elkaar! Wat een genot - toevertrouwd, met open blik, flauwvallend bij wat we deden als we laat mochten opblijven. En je kon het niet zeggen, niet, dat de aanraking die je van me kreeg anders was dan de aanraking van iemand die een leven lang kon liefhebben - of we nu geschikt waren of niet - voor het leven, als een zin. En nu ik het overweeg, de aanraking die ik van je kreeg werd niet de aanraking op lange termijn, maar als de tolerante bereidheid van iemand op doortocht. Collega van zand bij maanlicht - en op het strand bij middaglicht, ooit, en van stro, een baal zout in een schuur en compost in een tuin, tussen de rijen - eenmaal partner tegen de muur op in die kleine badkamer met het slot dat als een chroomkleurige vlinder naast ons fladderde, op heuphoogte, het vertrouwde van onze onschuld, die de onwetendheid was van wat zou worden gevraagd, wat nodig was, dankjewel voor elk uur. En ik aanvaard je dank, als was het een geschenk van jou, voor hen - laat ons scheiden als gelijken, zoals we dat waren in elk bed, zuivere gelijken van de aarde.
Sharon Olds © foto: Catherina Mauge
Open Mic: ‘De Peperfabriek’, Elcker-Ik Antwerpen © video: Matthijs Hendrix
Sharon Olds