Roger Nupie
sharon olds
° 1942. Amerikaanse dichteres, feministe en universitair hoogleraar creative writing aan New York University. New York State Poet Laureate van 1998
tot 2000. Won tal van literaire prijzen. Haar bundel Stag’s Leap werd bekroond met de T.S. Eliot Prijs (2012) en de Pulitzerprijs (2013). In 2015 werd
zij verkozen tot lid van de American Academy of Arts and Letters. Haar recentste bundel, Odes, verscheen in 2016.
Olds' werk wordt gerekend tot de Amerikaanse traditie van bekentenispoëzie (Anne Sexton, Sylvia Plath, Robert Lowell). Haar werk toont wat de
centrale vaderthematiek en vrije versvorm aangaat verwantschap met de poëzie van Adrienne Rich. De poëtische vernieuwing in Olds' werk: het spel
van waarheid en verdichting, haar unieke gebruik van beeldspraak en de ongekende lichamelijkheid. Belangrijke thema's in haar werk zijn religie
(inclusief spiritualiteit), het lichaam, de positie van de vrouw, moederschap, de natuur, de vader-dochterrelatie en (interpersoonlijk en politiek) geweld.
Ze was betrokken bij outreach writing workshops in ziekenhuizen voor fysiek gehandicapten en veteranen van de oorlogen in Irak en Afghanistan.
Roger Nupie vertaalde gedichten van Sharon Olds uit de bundel Your Family, Your Body. Een bundel met werk van drie dichteressen: Malika Booker,
Sharon Olds & Warsan Shire (Penguin Modern Poets 3, 2017, Penguin Books).
THE SISTERS OF SEXUAL TREASURE
DE ZUSTERS VAN DE SEKSUELE SCHAT
Zodra mijn zus en ik het huis van onze
moeder verlieten, was alles wat we wilden doen
neuken, haar kleine mussenlijf
uitwissen en haar smalle
sprinkhaanbenen. De lichamen van de mannen
waren net als dat van onze vader! De massieve
kniebogen, flanken, dijen, mannelijke
structuur van de heupen, knieën, kuiten -
we konden het allemaal hebben, de steile verboden
billen, achterkant van de knieën, de pik
in onze mond, o de pik in onze mond.
Zoals ontdekkingsreizigers die
een verloren stad ontdekken, werden
we gek van vreugde, ontkleedden de mannen
langzaam en voorzichtig, alsof we
begraven artefacten blootlegden die
onze theorie van de verloren cultuur bewezen:
dat als Moeder zei dat het er niet was,
het er was.
ON THE SUBWAY
IN DE METRO
De jongeman en ik tegenover elkaar.
Zijn voeten zijn enorm, in zwarte sneakers,
geregen met wit in een complex patroon als een
verzameling van opzettelijke littekens. Wij zitten klem op
tegenoverliggende kanten van de wagon, een paar
moleculen klem in een staaf vol energie
die snel beweegt doorheen de duisternis. Hij heeft,
of mijn witte oog verbeeldt het zich,
de achteloze koude blik van een overvaller,
alert onder neergeslagen oogleden. Hij draagt
rood, zoals de binnenkant van het lichaam
blootgesteld. Ik draag oud bont, de
hele vacht van een dier
opgeofferd en gebruikt. Ik kijk naar zijn onbekend gezicht,
hij kijkt naar mijn grootmoeders jas, en ik weet niet
of hij me in z’n macht heeft -
hij kon zo makkelijk mijn
jas nemen, mijn
aktetas, mijn leven -
of als ik hem in mijn macht heb, de manier waarop ik van
zijn leven leef, de biefstuk etend
die hij wellicht niet eet, alsof ik het voedsel
uit zijn mond neem. En hij is zwart
en ik ben wit, en zonder betekenis of poging
moet ik profiteren van onze geschiedenis,
de manier waarop hij de moorddadige ribben van het
hart van de natie absorbeert, zoals zwart katoen
de hitte van de zon absorbeert en vasthoudt. Er is
geen manier om te weten hoe makkelijk deze
witte huid mijn leven maakt, dit
leven dat hij zo gemakkelijk zou kunnen breken, zoals
ik denk dat zijn eigen rug gebroken is, de
staaf van zijn ziel die bij de geboorte donker was
en vloeiend, rijk als het hart van een zaailing
klaar om door te stoten bij elk beschikbaar licht.
POEM OF THANKS
DANKGEDICHT
Jaren later, al lang single,
wil ik me richten tot zijn overleden rug,
en zeggen, Wat een geschenk waren we voor elkaar!
Wat een genot - toevertrouwd, met open blik,
flauwvallend bij wat we deden als we laat mochten
opblijven. En je kon het niet zeggen,
niet, dat de aanraking die je van me kreeg
anders was dan de aanraking van iemand
die een leven lang kon liefhebben - of we nu geschikt
waren of niet - voor het leven, als een zin. En nu ik het
overweeg, de aanraking die ik van je kreeg
werd niet de aanraking op lange termijn, maar als de
tolerante bereidheid van iemand
op doortocht. Collega van zand
bij maanlicht - en op het strand bij middaglicht, ooit,
en van stro, een baal zout in een schuur en compost
in een tuin, tussen de rijen - eenmaal
partner tegen de muur op in die kleine
badkamer met het slot dat als een chroomkleurige
vlinder naast ons fladderde, op heuphoogte, het
vertrouwde van onze onschuld, die de onwetendheid was
van wat zou worden gevraagd, wat nodig was,
dankjewel voor elk uur. En ik
aanvaard je dank, als was het
een geschenk van jou, voor hen - laat ons scheiden
als gelijken, zoals we dat waren in elk bed, zuivere
gelijken van de aarde.
Sharon Olds
© foto: Catherina Mauge
Open Mic: ‘De Peperfabriek’, Elcker-Ik Antwerpen
© video: Matthijs Hendrix
Sharon Olds