  Het Stille Pand (2006-2021)   Het Stille Pand (2006-2022)   Het Stille Pand (2006-2023)   Het Stille Pand (2006-2023)   Het Stille Pand (2006-2021)   Het Stille Pand (2006-2022)   Het Stille Pand (2006-2024)   Het Stille Pand (2006-2025)
Roger Nupie de stilte over de landen
DE STILTE OVER DE LANDEN met samples uit “Pieter Breugel” van Felix Timmermans
1. Hij stapt in de schemer over de sneeuwheuvels naar huis. Stilte over de hoogtes & de laagtes, de uitzichten, de doorzichten. Zielenzalig ziet hij bij de ochtendkabbeling een lichtere lucht in de handpalmen van de dalen.
3. Hij fleemt haar boezelaar, de welving van haar borst, blank als hagel, kust haar koralen lippen. Voelhorentjes als sneeuwklokjes, langbewimperde, zwarte ogen, witte, malse hals. De zon kreunt over ’t stille land, zoals hij met zijn tovergodinneke, dat hen opheft van de grond. .
2. Bij een kristallen vrieslucht zucht de stilte over de landen, de zachte, oneindige heide met mastbossen. Zijn hart gaat open als een venster, in zijn oog schittert een lachend licht: snel zullen zich zeven schone dagen openvouwen over de wereld.
4. De aarde is een kwade bol met een vingerdunne schelp, waarbinnen de hel roffelt in de proppensvolle herberg met afzuipersgepeupel, kunstenaars, schelders, schilders, schimpers, stommeriken, straatopraapsel, tafelschuimers, vloekers, zolderpissers & zuipeniers.
5. Zo gaat het, eeuwig & zonder ophouden: brandstapels, de kwade hand, gejank, gejammer, getwist, gevecht, hongersnood, oorlog, pest, plunderaars, roversbenden. Om er van in de bergen te gaan wonen, eenzaam als een kluizenaar.
6. Een verdrietkrop verstopt zijn keel, eenzaam middelpunt in de oneindigheid, vergeten & verlaten. Zo ondergaat hij zijn tijd, zoals een boom de herfst ondergaat, wetende: wat het hart opzweept verschijnt & verdwijnt.
7. Bij de Schelde-bocht, blinkend & vol schepen, komt de zon op als een ongekende blijdschap boven de wereld. Er wordt gedanst, gedronken, gerakkerd, gesmuld, getouterd, gevreeën, gevochten & gezongen. Aan de horizon een koorknaap die een brandende flambouw draagt.
8. Gelukkig verdriet van de dolaards & zwervers, genoeg getergd & gejudast. Tijd voor zoete verdoving: doorhonigd bier dat zuiver in het hart zinkt, vlezen & vlaaien. Ondereen & overhoop: het verlangen naar de verten in hun hart.
9. Wat hij had gezien in zijn gedroom: dorpen met hoeves, kerktorens, molens op de heuvelruggen, wolkentoppen omheiligd met goud. Nergens een mens te bespeuren. Alles pluimstil. Evenwel veel sneeuw.
10. Hij stapt in de grootse nevels over de heuvels naar huis. De maan hangt boven in de wolkenstilte. Donderkolommen op komst, maar laat ons deze ingetogen innigheid voor eeuwig heiligen.