ABRIKOZEN VOOR ALI
De twaalfjarige Ali lag te slapen
toen een raket zijn huis vernielde.
Zijn zwangere moeder doodde,
zijn broertje, zijn vader.
Zo klein is zijn wereld geworden:
vier vuile muren
Lakens die de zestig procent
van zijn lichaam
Verbrand in de derde graad,
niet verdragen.
Zo vecht hij tegen de pijn,
noemt de ziekenzuster
hannan, moeder.
Ik mis mijn broertje,
we speelden voetbal,
we gingen samen vissen.
Krijg ik nieuwe armen?
Ik wil dokter worden!
Voor de oorlog wist hij niet eens
wie Amerika was, of Engeland.
Er is zoveel dood hier,
hij moet blijven leven.
Zijn er nog abrikozen,
- voor Ali?