VRIJE IMPROVISATIE
Strooi wat hoge noten
en boventonen
tussen de klaterende klusters,
de tinteling van belletjes,
of een paukenslag in het gezicht
van tonale kwezels
Stroeve strijkers knarsen er op los
en de blaaskaken verbleken
onder het geweld van het kokende koper.
Roffels en riedels doorploegen het schuim
van de gezamenlijk ziedende klankmassa
die het stof uit de oren blaast
met stormkracht zes
op de schaal van Richter.
De fans, de “diehards” van het genre,
gaan eens te meer naar huis
vol dankbaarheid voor de geleden hoorschade,
de atonale tinnitus
die hen voor het leven begeleidt.