Haar ogen waren blauw,
ondraaglijk blauw.
Haar blikken deden het hardste hart
smelten.
De liefde
die ik voor haar koesterde,
was te sterk voor woorden
en te heet voor rede.
Met haar strelende handen
hield zij mijn drift op peil
maar het vuur brandende
waarmee ik haar beminde.
De tijd heeft haar meegenomen
en mij verplicht om na te blijven,
hem te vullen met herinnering,
een netter woord voor eenzaamheid.