HOERENLEED
Al ben ik er geen klant,
toch draag ik hoeren een warm hart toe.
Zij zijn de Florence Nightingales
van een niet te stuiten drang
waar mannen met pech in de liefde
hun laatste rooie duit aan verspillen.
Kieskeurigheid is uit hun woordenboek geschrapt.
Het betaalde genot kent kleur, vorm, noch reuk,
de mantel der liefde hangt niet in hun kleerkast
en zijzelf komen er uit, naakt als een naaktslak.
Als een doodseskader dweilen zij de buurten af,
herkennen hun mogelijke klanten
aan de schichtige blik in hun droeve ogen.
Zij doorstaan de tastzin van de hete heren
met koude handen op winterse dagen.
Zij bijten op hun tanden en verhogen de prijs
met in gedachten
de nakende zomer in Knokke.