Bossanova
Haar vingers glijden over de toetsen
als wind over duinen,
vanzelfsprekend en teder als een streling,
als een opmerkzame goudzoeker.
Haar stem is ragfijn als het bedauwde web
van een kruisspin in de ochtend,
wachtend op een tere klank
als op een overmoedig vliegje.
Haar ogen drukken genot uit
wanneer de muziek aan haar tastende handen ontsnapt,
als in vrijheid gelaten vogels,
vinken, meesjes en nachtegalen.
Als een pikant sausje
overgiet ik haar muziek met bevlogen tonen
uit mijn opgehitste saxofoon,
als een Braziliaanse paringsdans,
samba en bossanova-ritmes
die een mogelijke droefheid uit je geest ranselen,
je in een roes onderdompelen
als in een trillende tropische sterrennacht,
het muzikaal bedrijven van de liefde,
de liefde voor muziek.