Deze bouw- en interieurstijl duikt reeds sporadisch op voor de Eerste Wereldoorlog, vooral in siervoorwerpen. Na die oorlog breekt de art deco ook volop door in de architectuur, naast het modernisme.
Maar dat laatste, waarbij alle franje aan een gebouw wijkt voor een krachtige kale vorm, is voor veel mensen nog te extreem. Daarom wordt er door de bemiddelde burgerij eerder gekozen voor art deco,
waar gevels wel sierornamenten bezitten, maar uitgevoerd in moderne strakke lijnen en regelmatige vlakken: golven worden kartels, lijnen maken rechte hoeken, bakstenen worden een kwart slag
gedraaid en vormen dan rechtopstaande decorvlakken in de gevel, erkers zijn uitgevoerd als driehoeken of met schuine zijden, sierlantaarns zijn vierkant of rechthoekig. Een complete breuk met de
vooroorlogse art nouveau, waarvan de natuurlijk gebogen lijn en de onregelmatige vlakverdeling juist de opvallende karakteristieken zijn. Er zijn ook geen ingewikkelde ornamenten meer: geen
wapenschilden, rozetten, sgraffiti, tegelpanelen met landschappen of dromerige dames - weg daarmee! Maar er wordt veelal vastgehouden aan de traditionele indeling van de woning, 'modern' is dus
vooral een laagje buitenkant-vernis.
Precies omdat het niet om een werkelijk nieuw woonconcept gaat, is er zeer veel variatie binnen de art deco met inspiratie uit de Afrikaanse kunst, uit het Mexico van de Maya's en Azteken, het oude
Egypte, maar ook van dan opkomende aerodynamische vormen. Art deco is daardoor eerder een verzamelnaam, dan een uitgesproken stijl. Bij de architectuur komt de buitenkant niet altijd zo
spectaculair over, wanneer je het interieur niet te zien krijgt. Dat geldt zeker voor de glasramen, die net zoals in een gotische kerk alleen maar hun pracht tonen als je van binnenuit het daglicht erdoor
kan aanschouwen.
De naam art deco dateert pas uit 1966 en is toen gelanceerd door het Parijse Musée des Arts Décoratifs. Dat bracht een tentoonstelling Les Années 25: Art Déco / Bauhaus / Stijl / Esprit Nouveau,
waarin een hommage werd gebracht aan de voor 1915 geplande, maar door de oorlog tot 1925 uitgestelde Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes over toegepaste kunsten.
Hier werden toen meubels, juwelen, kleding, parfums, huishoudapparaten en binnenhuisinrichting in eigentijds geometrisch design getoond. Wanneer de Amerikaanse kunsthistoricus Bevis Hillier in
1968 zijn boek met als titel ‘Art Deco of the 20s and 30s’ laat uitgeven en in 1971 in de Amerikaanse stad Minneapolis in het Minneapolis Institute of Art een overzichtstentoonstelling organiseert en
daarbij het boek ‘The World of Art Deco’ laat verschijnen, vindt die term ruimer ingang als aanduiding voor een stijl. Voorheen werd deze stijl aangeduid als Style moderne, Art moderne of Paris 1925.
Voor de bouwkunst in onze streken is onder meer de invloed van de Amsterdamse School van belang geweest. Een groep architecten, met als belangrijkste namen Michel de Klerck, Joan Melchior van
der Mey en Piet Kramer. Michel de Klerck reageert in 1916 op het rationele werk van Hendrik Berlage, begin 20ste eeuw de bekendste Nederlandse architect. De Amsterdamse School zoekt meer
expressieve vormen en wat meer fantasie in het bouwen. Dat betekent de toepassing van golvende baksteen, gebeeldhouwde ornamenten, siermetselwerk en meer kleur. Zogeheten laddervensters -
waarbij elk venster met roeden is verdeeld in kleinere stukken - en vaak steile daken zijn eveneens typisch voor deze stijl. Via het maandblad Wendingen worden vanaf 1918 de opvattingen uitgedragen.
In een van de kenmerkende blokken met arbeiderswoningen van Michel de Klerck in Amsterdam-West is nu Museum Het Schip helemaal aan deze architectengroep gewijd.
Een andere buitenlandse architectengroep die zijn bijdrage tot de stijl heeft geleverd is de Wiener Werkstätte, opgericht in 1903 door Josef Hoffmann en Koloman Moser en voortgekomen uit de Wiener
Secession-beweging, die eerder een rol speelde in de art nouveau. Bij de Wiener Werkstätte waren onder meer betrokken de beeldende kunstenaars Gustav Klimt, Egon Schiele, Emil Orlik en Oskar
Kokoschka. Er wordt grotendeels ambachtelijk gewerkt met producten voor een beperkt en select publiek. Het gaat hier om toegepaste kunst, niet om gebouwen.
In België is de grote naam voor art deco-interieurs de in 1905 gestichte familiale vennootschap De Coene Frères uit Kortrijk, geleid door Joseph en Adolphe De Coene. Vanaf 1925 wordt dat de
Kortrijkse Kunstwerkstede Gebroeders De Coene. Contacten met heel wat kunstenaars en als voorbeeld de Engelse Arts & Crafts-beweging (zie apart Bollebooswicht-item) vormen een basis om een
eigen stijl te ontwikkelen, waarbij technisch gebruik wordt gemaakt van de in de Verenigde Staten opgedane kennis van het werken met triplex, dat machinaal geproduceerd wordt door het Kortrijkse
bedrijf, dat jarenlang zowat een monopolie voor dit nieuwe materiaal in België heeft. Er wordt deelgenomen aan de beroemde Parijse expositie van 1925 met een luxueuze moderne Vlaamse art deco-
woonkamer, bekroond met een Grand Prix. De opdrachten uit binnen- en buitenland stromen spoedig toe. Daarbij gaat het over het inrichten van restaurants, hotels, bankinstellingen en treinen. Onder
meer het Brusselse Résidence Palace, het gemeentehuis van Vorst en het Casino van Blankenberge bezitten een Kunstwerkstede De Coene-interieur.
In de jaren 1930 komt daar ook de pakketbootstijl bij, die ook wel tot het modernisme wordt gerekend. De inspiratie daarvoor komt uit twee richtingen: het vierde CIAM-congres uit 1933 en de Streamline
Style die in 1929 in de Verenigde Staten wordt geïntroduceerd met het vormgevingsboek Horizons van industrieel ontwerper Norman Bel Geddes. Het Congrès International d’Architecture Moderne
(CIAM) was een idee van onder meer de Zwitsers-Franse architect Charles-Edouard Jeanneret, die zich rond 1917 Le Corbusier gaat noemen, geïnspireerd op de naam van voorvader Lecorbésier. Op
grote bijeenkomsten van architecten uit de hele wereld wordt gediscussieerd over nieuwe manieren van bouwen, zodat de nieuwe ideeën daarrond zich snel verspreiden. Het vierde CIAM-congres vindt
in 1933 plaats aan boord van het stoomschip Patris, dat vanuit Marseille naar Athene vaart. Volop tijd dus om de vormen van zo’n schip in je op te nemen: ronde relingen, patrijspoorten, dekken boven
elkaar … Ze zullen hun weerslag vinden in heel wat ontwerpen voor gebouwen uit de jaren nadien. Bij de Streamline Style – die minder invloed op Europese ontwerpers heeft gehad – wordt de nadruk
gelegd op de buitenkant van een object, dat na de crisis van 1929 vooruitgang moet uitstralen. Dus worden aerodynamische afgeronde vormen met krachtige lijnen om snelheid te suggereren schering
en inslag bij ontwerpen uit die periode.
Er zijn weinig voorbeelden van de pakketbootstijl in grote gebouwen te vinden, maar in particuliere woningen zie je hem regelmatig terug. Onder meer door middel van balkons met ronde hoeken en
relingen in combinatie met het gebruik van gele of felrode baksteen, vaak met een glad oppervlak en afgewisseld met ronde zwart/goud betegelde zuiltjes.
STIJL OEUVRE
ANTWERPEN:
1921
De Harp, Van Breestraat 23, Antwerpen-Stadspark.
Architecten Jef Huygh, Maurice Dieltiëns.
1922
Woonhuis, Velodroomstraat 64, Antwerpen-Zurenborg.
1923
Koloniale Hogeschool, Middelheimlaan 1, Antwerpen-Wilrijk.
Architect Walter Van Kuyck.
1924
Huis Jussiant, Arthur Goemaerelei 28, Antwerpen-Markgrave.
Architecten Jan Van Hoenacker, John Van Beurden, Jos Smolderen i.o.v. Cléomir Jussiant.
1925
Herbosch Building, Van Meterenkaai 4, Antwerpen.
Architect Louis Hamide.
1925
Appartementen, Uitbreidingsstraat 562-564, Antwerpen-Berchem.
Architect Robert Soebert i.o.v. diamantair Willem De Vries.
1929
Century Hotel, De Keyserlei 60-62, Antwerpen-Statiekwartier (Century Center).
Architecten Jan Van Hoenacker, John Van Beurden, Vincent Cols, Jules De Roeck.
1929
Instituut voor Tropische Geneeskunde prins Leopold, Nationalestraat 155, Antwerpen.
Architecten Paul Le Bon, Marcel Spittael, m.m.v. Allard Olivier (muurschilderingen).
1929
Woonhuizen, Boekenberglei 172-174, Antwerpen-Deurne.
Architect Gustaaf Van Meel.
1930
Oorlogsmonument, kruispunt Koninklijkelaan / Elisabethlaan, Antwerpen-Berchem.
Architect Emiel Van Averbeke, uitvoering beeldhouwer Josué Dupon.
1930
Clubhuis Claridge, Anneessenstraat 10, Antwerpen-Statiekwartier (The Stage).
Architect Adolphe Van Coppernolle i.o.v. R. Ancarani.
1930
Café Buster, Kaasrui 1, Antwerpen.
Architect Arthur Smet – Nieuwe Zakelijkheidstijl.
1931
Boerentoren, Eiermarkt 20 / Meirbrug / Schoenmarkt, Antwerpen (KBC-Torengebouw).
Architecten Jan Van Hoenacker, Emiel Van Averbeke, Jos Smolderen.
1933
Tilquin, Meir 99, Antwerpen (Massimo Dutti).
Architect Joseph Selis.
1933
Het Oude Badhuis, Stuivenbergplein 38, Antwerpen-Seefhoek (Sportoase).
Architecten Jozef Algoet, Alfred Roelants, Emiel Van Averbeke.
1934
Monument Peter Benoît, Harmoniepark, Mechelsesteenweg, Antwerpen.
Architect Henry van de Velde, uitvoering beeldhouwer Oscar Jespers.
1935
Léon Van Parys (LVP - Elvepe), Zeevaartstraat 3, Antwerpen-Eilandje.
Architecten Alfons Roose, Joseph Somers.
1935
Gérard Koninckx Frères (GKF), Zeevaartstraat 5, Antwerpen-Eilandje.
Architecten Alfred en Donald Portielje.
1935
Woonhuis en pastorie, De Sevillastraat 120-122, Antwerpen-Deurne.
Architect Jef Huygh.
1935
Woonhuis, Van Notenstraat 78, Antwerpen-Deurne.
Architect Jan Sels.
ANTWERPEN (PROVINCIE):
1925
Woonhuis, Willem Geetsstraat 25, Mechelen.
Architect Jef Huygh.
1931
Woonhuis, Kanaaldijk 6, Geel.
1935
Wegkapel, Zondereigen z/n, Baarle-Hertog.
????
Winkelhuis, Bruul 32, Mechelen (Telenetshop).
????
Woonhuis, Olivetenvest 16-18, Mechelen.
BRUSSEL:
1926
Stiel & Rothschild, Arduinkaai 28-29, Brussel (Archief en Museum van het Vlaamse Leven).
Architect A. Warny.
1927
Gérard Koninckx Frères (GKF), A. Dansaertstraat 75-79 + Oude Graanmarkt 7-11, Brussel.
Architect Eugène Dhuicque.
1928
Huis Haerens, Brugmannlaan 384, Brussel-Vorst.
Architect Antoine Courtens i.o.v. ingenieur Robert Haerens.
1928
Museum David en Alice van Buuren, Léo Erreralaan 41, Brussel-Ukkel.
1928
Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23, Brussel (Bozar).
Architect Victor Horta.
1929
Woning-textielatelier Hoguet, Romestraat 24-28, Brussel-Sint-Gillis (Centrum van het Boek).
Architect Georges Ligo.
1930
Sint-Jan de Doperkerk, Sint-Jan de Dopervoorplein, Brussel-Sint-Jans-Molenbeek.
Architect Joseph Diongre.
1930
Villa Empain, Franklin Rooseveltlaan 67, Brussel-Ter Kamerenbos (Fondation Boghossian).
Architect Michel Polak i.o.v. Louis Empain.
1932
Cinema Métropole, Nieuwstraat 30, Brussel (Zara-filiaal).
Architect Adrien Blomme.
1932
Drukkerij Le Peuple, Sint-Laurensstraat 30-34, Brussel.
Architecten Maxime en Ferdinand Brunfaut.
1933
Cinema Eldorado, Grand Eldoradozaal, De Brouckèreplein 37-39, Brussel (UGC-cinema).
Architect Marcel Chabot i.o.v. cinema-exploitant Marlant.
1935
Woonhuis, Auguste Reyerslaan 163, Brussel-Schaarbeek (Clockarium Museum).
Architect Gustave Bossuyt.
1936
Sint-Augustinuskerk, Hoogte Honderdplein, Brussel-Vorst.
Architecten Léon Guiannotte, André Watteyne.
1937
Café L’Archiduc, Antoine Dansaertstraat 6, Brussel.
Architect F. Van Ruyskenvelde.
1938
Gemeentehuis, Pastoorsstraat 2, Brussel-Vorst.
Architect Jean-Baptiste Dewin.
1951
Nationale Basiliek van het Heilig Hart, Leopold II-laan, Brussel-Koekelberg.
Architect Albert Van Huffel.
GENT:
1925
Woonhuis, Papegaaistraat 67, Gent.
Architect Emile De Nil.
1925
Woonhuis, Koning Albertlaan 77, Gent.
Architect Geo Henderick.
1925
Prinses Clementinalaan 122, Gent-Sint-Pietersstation.
Architect Felicien Bilsen.
1927
Appartementsgebouw, Tennisbaanstraat 1-9 / Handbalstraat, Gent.
Architect Geo Henderick.
1928
Appartementen Vooruit, Antwerpsesteenweg 2-8, Gent.
Architect Paul De Taeye i.o.v. Socialistische Maatschappij Vooruit.
1930
Dagblad Vooruit, Sint-Pietersnieuwstraat 128, Gent (Backstay Hostel).
Architect Fernand Brunfaut.
OOST VLAANDEREN:.
1921
Hoofdpost Elektriciteit, Voermanstraat 29, Lokeren.
Architect Henri Vanden Broucke.
1925
Haarsnijderij Epouse Jacobs A. Cogen, Heirbrugstraat 211-213, Lokeren.
1925
Socialistisch Volkshuis o.a. Gelagzaal, Vermorgenstraat 9, Sint-Niklaas.
Architect Robert Soebert.
1926
Koninklijke Academie, Oude Vest 111, Dendermonde.
Architect Fernand de Ruddere.
1926
Gentse Naamloze Vennootschap Handelsbank, Dijkstraat 1-3, Dendermonde.
Architect Jan-Albert De Bondt.
1927
Villa Léon Verbreyt, Spoorweglaan 36-36b, Sint-Niklaas.
Architect Jan-Albert De Bondt.
1930
Villa, Oudstrijderslaan 38, Oudenaarde.
Architect Gilbert Decordier.
1931
Woonhuis, Mgr. Stellemansstraat 38, Sint-Niklaas.
Architecten August en Leander Waterschoot i.o.v. Frederik Dirken.
1931
Woonhuis, Mgr. Stillemansstraat 32, Sint-Niklaas.
Architecten August en Leander Waterschoot i.o.v. Alfons Spaenhoven.
1931
PAX, herdenkingsteken WO I, Burgemeester Potiaulaan z/n, Sint-Gillis-Dendermonde.
Architect Jules Tytgat.
1932
Hal Hoofdgebouw Broedersschool, Nieuwstraat 75, Sint-Niklaas.
Architecten August en Leander Waterschoot m.m.v. kunstglazenier Eugeen Yoors.
1932
Woonhuis, Léopold Steurbantstraat 43, Ronse.
Architect Henri Cuvelier.
1933
’t Klokke Huys, Kerkstraat 11, Zelzate.
Architect F. De Boever.
1936
Woonhuis en paardenworstenfabriek, Vakekerkweg 59, Maldegem.
Architect Bourgonjon.
1937
The American Battle Monument, Tacambaroplein, Oudenaarde.
Architect Harry Sternfeld.
1938
Woonhuis, Léopold Sturbautstraat 28, Ronse.
Architect M. Tock.
1941
Woonhuis, Sint-Sauveurstraat 16, Ronse.
Architect J. Vandenbossche i.o.v. kunstenaar A. Crennaut.
1941
Woonhuis, Bredestraat 26, Ronse.
Architect J. Vandenbossche.
1941
Woonhuis, Léopold Sturbautstraat 11, Ronse.
Architect A. De Gavre.
Art Deco in Sint-Niklaas' en 'Interbellumarchitectuur in Ronse' plus 'Art Deco te Ronse ten voeten uit' zijn brochures over het patrimonium van deze
steden, die bij de toeristische diensten te koop zijn.
WEST-VLAANDEREN:
1919
Pharmacie Ameloot Apotheek, Grote Markt 23, Poperinge.
1921
Bioscoop De Gouden Lanteern, Jan Persijnstraat 6, Kortrijk (Limelight).
Architect Richard Acke.
1921
Feestzaal Gildenhof, Duivenstraat 76-80, Wervik.
Architecten G.B. Salaets, A. Verbun.
1924
Omnia Automobile, Leopoldlaan 41, Middelkerke.
Architect E. Deleye.
1928
Beau Sejour, Léon Spilliaertstraat 1, Oostende (hotel-residentie Lido).
Architect A. Daniels.
1929
Woonhuis, Theodoor Stevenslaan 62, Kortrijk.
Architect J.J. Vandenbulck – geometrische stijl.
1929
Hotel Astoria, Leopoldlaan 7, De Haan.
Architect Léon Ide.
1929
Beau Laurier en Akelei, Barkenlaan 32-34, De Panne.
Architect Louis Legein – kubistische stijl.
1929
Woonhuis, Rijselstraat 80, Menen.
Architect Gaston Boghemans.
1930
Brandweerkazerne, Krekelstraat 130-132, Izegem.
Architect Carlos Beyaert.
1930
Schoenfabriek Eperon d’Or, Prins Albertlaan 5, Izegem.
Architect Charles Laloo.
1930
Feestpaleis, Ooststraat 1-3, Roeselare (Hema).
Architect Gaston Boghemans i.o.v. Socialistische Mij. De Voorzorg.
1932
Woonhuizen, Beverlaai 19-21, Kortrijk.
1932
Villa Marie, Jules Lagaelaan 6, Roeselare.
Architect Jules Van Peteghem i.o.v. Marie Baert.
1933
De Pier, Zeedijk z/n, Blankenberge.
Architecten Jules Soete, Gustave Magnel, A. Bouquet.
1933
Heilig Hartkerk, Hippoliet Spilleboutdreef 13, Roeselare.
Architect Alfons Van Coillie.
1934
Villa Miamiel, Rondeweg 3, Heist.
1935
Villa Madeleine, Diksmuidsesteenweg 159, Roeselare.
Architect J. De Coninck.
1935
Villa, Sint-Crispijnstraat 41, Izegem.
Architect J. Degezelle i.o.v. schoenfabrikant P. Ameye.
1939
Woonhuis, Simon Stevinstraat 50, Kortrijk.
Architect G. Moreau.
1945
Les Parfums Parisiens, Grote Markt 23, Roeselare.
Architect Ernest Apers.
????
Appartementen The Club, Nieuwpoortlaan 16, De Panne (Coconut).
VlLAAMS BRABANT:
1925
Monument slachtoffers WO I, Martelarenplein z/n, Leuven.
Architecten Achille De Bondt-Boelens, Gerard Thienpont, Marcel Wolfers.
1928
Sint-Rochuskerk, Kardinaal Mercierplein z/n, Halle.
Architecten Jan Van Hoenacker, John Van Beurden, Jos Smolders.
1936
Café De Zwaan / Châlet Vert, IJzerstraat 17, Tienen.
Architect Charles Rimanque.
LIMBURG:
1936
Christus-Koningkerk, Duinenlaan 2, Genk-Waterschei.
Architecten Gaston Voutquenne, Albert Van Huffel, Dom Sébastien Braun.
WALLONIË:
1921
Maison Dermine, Boulevard Audent 42, Charleroi.
Architecten Marcel Depelsenaire, Jules Laurent i.o.v. advocaat Dermine.
1936
Stadhuis en belfort, Place Charles II, Charleroi.
Architect Joseph André.
PAKKETBOOTSTIJL:
1935
Woonhuis, Rijsenbergstraat 42, Gent.
Architect Andréas De Maerteleire.
1935
Woonhuis, Rijsenbergstraat 4, Gent.
Architect H. Van Laere.
1935
Villa des Glycines, Dageraadstraat 32, Mechelen.
Architect L. Poplemon.
1935
Woonhuis, Dageraadstraat 47, Mechelen.
Architect A. Verreyt.
1935
Woonhuis, Venneborglaan 43, Antwerpen-Deurne.
Architect Karel Van Looy.
1936
Woonhuis, Rijsenbergstraat 46, Gent.
Architect Emile De Nil.
1936
Woonhuis, Ter Rivierenlaan 101, Antwerpen-Deurne.
Architect Karel Van Looy.
1936
Woonhuis, Nieuwstraat 113, Wevelgem.
Architect Michel Delrue.
1936
Woonhuis, Frans de Potterstraat 9, Gent.
Architect Maurice De Paepe.
1937
Woonhuis, Veerstraat 21, Drongen.
Architect Richard Deweirdt.
1938
Woonhuis, Rijsenbergstraat 39, Gent.
Architect Antoine Gruyaert.
1938
Woonhuis, Stationsstraat 89, Heist op den Berg.
Architect J. Ottelohe.
1939
Woonhuis, Sint-Katarinastraat 177, Brugge-Assebroek.
Architect A. Hoeman.
1939
Woonhuis J.B. Devlemincklaan 71, Zaventem.
Architect Henri Doms.
1939
Belgisch Nationaal Instituut van Radio-omroep (NIR), Eugène Flageyplein / Belvédèrestraat 27,
Brussel-Elsene. (Flagey vzw, ingang Heilig-Kruisplein, Elsene)
Architect Joseph Diongre.
????
Woonhuis, Frans Nensstraat 5, Leuven.
Architect J. Bertrand.
????
Woonhuis, Heerstraat 8, Neerpelt.
Architect Sylvain Strauven.
????
Woonhuis, Lange Kroonstraat 189-191, Boechout.
ARCHITECTENWONINGEN:
1924
Flor Van Reeth, Boekenberglei 178, Antwerpen-Deurne.
1925
Eduard Van Steenbergen, Strijdhoflaan 91, Antwerpen-Berchem.
1925
Emile De Nil, Papegaaistraat 69, Gent.
1927
Alfons Van Braekel, Generaal Van Merlenstraat 21, Antwerpen-Zurenborg.
1927
Léon Heutz, Doornelei 24, Antwerpen.
1927
Geo Henderick, Gordunakaai 2, Gent.
1928
Gustave Bailyu, Vlamingstraat 30, Heist (Grand Café).
1929
Gustaaf Van Meel, Boekenberglei 172-174, Antwerpen-Deurne.
1930
Jules Lagae, Onze Lust, Koningsstraat 22, Roeselare.
1931
Petrus De Brauwer, Stationsstraat 10, Zele.
1933
Sylvain Smis, Edward De Cuyperstraat 11A, Oostende.
BUITENLAND:
AMSTERDAM:
1915
Woonblokken Hille, Spaarndammerplantsoen 60-138, Amsterdam-West.
Architect Michel de Klerk – Amsterdamse Schoolstijl.
1916
Scheepvaarthuis, Prins Hendrikkade 108, Amsterdam-Waalseiland (Grand Hotel Amrâdt).
Architect Johan Melchior de Meij – Amsterdamse Schoolstijl.
1918
Woonblokken Eigen Haard, Spaarndammerplantsoen 93, Amsterdam-West.
Architect Michel de Klerk – Amsterdamse Schoolstijl.
1921
Het Schip, Oostzaanstraat 45, Amsterdam-West (Museum Het Schip).
Architect Michel de Klerk – Amsterdamse Schoolstijl.
1921
Tuschinski Theater, Reguliersbreestraat 26-34, Amsterdam (cinema Pathé Tuschinski).
Architect Hijman Louis de Jong.
1924
Vierde Ambachtsschool, Postjesweg 1, Amsterdam-West (Het Sieraad).
Architect Arend Jan Westerman, beeldhouwwerk Hildo Krop – Amsterdamse Schoolstijl.
FRANKRIJK:
1932
La Piscine, Rue de l’Espérance 23, Roubaix (Musée d’Art et d’Industrie André Diligent).
Architect Albert Baert.